Down Detour Road – Ontwerp, een omweg waard?

@LEVSarchitecten heeft mijn favoriete boek van 2010 gerecenseerd in hun blog: http://goo.gl/bzrf0 (DownDetour Road – Eric Cesal – kopen) Nu hoef ik dat dus niet zelf meer te doen. Ik ga wel even mijn eigen kladrecensie ernaast leggen. Zijn er overeenkomsten?


Ontwerp, een omweg waard?

De flaptekst beloofde een smeuïg – en herkenbaar- verhaal over de belevenissen van een pas afgestudeerde Amerikaanse architect. Hoe zou het hem vergaan tijdens de economische crisis? Ik had de flaptekst beter moeten lezen, want na enkele hoofdstukken zat ik diep in een manifesto over de toekomst van de architect. In Down Detour Road waarschuwt Eric J. Cesal voor een wereld waarin voor ontwerpen geen plek meer is.

Het boek begint met een beschouwing van de maatschappelijke positie van de architect. De architect heeft als persoon een positief imago. Architecten worden in de mainstream media meestal als succesvol, creatief en interessant weergegeven. De dagelijkse praktijk van de architect is echter – in tegenstelling tot beroepen met vergelijkbare sociale posities, zoals advocaten of doktoren-  geen onderwerp voor films of tv-series.

De vergelijking met advocaten en doktoren maakt Cesal vaker in het boek. In tegenstelling tot architectuur zijn beide beroepen bijna onmisbaar geworden. Binnen hun vakgebied zijn ze monopolist. Er zijn geen tv-programma’s over doe-het-zelf opereren – “Verbouw je buurvrouw” of doe-het-zelf strafzaken – “Kan je je beste vriend redden in de rechtbank?”. Cesal illustreert dit ook treffend met de mop over een advocaat, dokter en architect die, zonder geld, een bar bezoeken. De barman kan de vaardigheden van de dokter of advocaat wel gebruiken. Maar een architect? Daar heeft hij geen emplooi voor.

Cesal stelt dat de positie van de architect in het bouwproces steeds verder wordt uitgehold. Tegelijkertijd geeft hij aan dat de bezorgdheid hierover niet nieuw is. Al in de jaren ’60 werd er op gewezen. Dit is deels een autoriteitsprobleem. In de rechtszaal en het ziekenhuis is de positie van de dokter of advocaat vanaf het begin duidelijk. Een advocaat moet zijn zaak beargumenteren voor een hogere macht en is zodanig daaraan ondergeschikt. Een dokter staat juist aan het hoofd van een team (verplegers, anesthesist, laborant) om het beste resultaat voor de patiënt te krijgen. Als architect hebben we die vaste positie in het bouwproces niet. Bij elk nieuw project moet de architect zich een nieuwe rol aanmeten.

In de twee  schema’s geeft Cesal treffend aan welke uitkomsten het ontwerpproces kan hebben voor de opdrachtgever en de architect. Een opdrachtgever wil bouwen. Hij heeft dus alleen succes als het gebouw daadwerkelijk is opgeleverd. Een architect kan ook veel hebben aan een niet-gebouwd, maar veel gepubliceerd ontwerp. Het ontwerpproces is voor de opdrachtgever dus niet relevant, zolang er maar iets wordt gebouwd. Voor de architect is ontwerpen juist veel belangrijker, want dat kan onafhankelijk van het bouwen toch resultaat opleveren. De opdrachtgever wil –nu nog meer dan in financieel betere tijden – alleen betalen voor het resultaat, het proces daarnaartoe is onbelangrijk.

De architect moet dus continue aantonen dat ontwerpen iets extra’s oplevert. Een voorbeeld dat Cesal geeft is de vaak gehoorde klacht dat het gebouw ‘goedkoper moet’. Cesal toont aan dat dit meestal niks met kosten te maken heeft. Het gaat om het rendement dat het gebouw oplevert. Als de architect duidelijk kan maken dat door 50.000 euro meer te investeren het gebouw 100.000 euro meer oplevert zal de opdrachtgever dat zeker laten meewegen in de beslissingen. Het verdiepen in de achtergronden van een gebouw kan het ontwerp dus ten goede komen, zolang de architect bereid is verder te kijken dan zijn eigen vakgebied.

Een ander verschil met de advocatuur of medicijnen is dat de beloningspiramide in de architectuur heel steil is. Een kleine, smalle top heeft een bovengemiddelde beloning; Er is echter ook een hele brede onderlaag die juist ver onder de gemiddelde beloning zit. De verleiding om een gokje te wagen in een aanbesteding of prijsvraag is dan ook groot – want dit is vanuit de individuele ontwerper gezien de kortste weg naar een betere positie.

Ook in Nederland verzetten architecten bergen werk in aanbestedingen en competities zonder de opdracht te krijgen  Fred Schoorl twitterde bijvoorbeeld recent: “Gekke aanbestedingen? Er kwam een geval ter sprake waarbij de gunning ging naar een bieder van -1 Euro tov een partij die 0 bood #goedbezig“. En Harm Tilman rekende onlangs op zijn blog van de Architect nog uit wat een normale aanbesteding de deelnemende bureaus kost. Het komt erop neer dat een opdrachtgever voor weinig geld een enorme keuze uit ideeën krijgt. Gezamenlijk hebben de deelnemers echter voor een heel laag uurloon gewerkt.

Cesal laat de consequenties zien wanneer alle individuen handelen voor een maximaal resultaat. Het individuele handelen heeft gevolgen voor de gehele beroepsgroep. De genoemde problemen zijn niet los van elkaar op te lossen. Het vraagt samenwerking – tussen de top en de brede onderlaag-, zelfbeheersing en een nieuwe houding ten opzichte van de opdrachtgever. Ook roept het vragen op over het gemak waarmee architecten hun ideeën verkopen. De kiem daarvoor wordt volgens Cesal al in het onderwijs gelegd. De komende tijd is het dus zoeken naar nieuwe modellen om te voorkomen dat de architect met lege handen achterblijft.

Cesal geeft in Down Detour Road daarvoor al een zoekrichting aan. De relevantie van het ontwerpen kan worden aangetoond door nieuwe, uitvoerbare, ruimtelijke oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken.

1 Comment

Join the discussion and tell us your opinion.

_____Tim.de.Boer.org » Blog Archive » Twitterrr: 2011-04-10
april 10, 2011 at 9:42 pm

[…] een omweg waard? – mijn iets te late recensie van Down Detour Road – http://www.timdeboer.org/?p=692 # Comment (RSS) […]